Telefoon. André van Commenée, de manager van Dries Roelvink. “Grote vriend, Dries en ik zitten bij de Chinees. Kom je ook deze kant op?”
Showbizz in Nederland. Voorafgaand aan een gala-avond waar awards worden uitgereikt, zit een van de genomineerden in een Chin.-Ind. restaurant. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het om het voortreffelijke Tong Fa op de Amsterdamse Johan Huizingalaan gaat, niet toevallig ook jarenlang de favoriete toko van André Hazes. Bij binnenkomst zien we de heren ieder met glimmende lippen achter een bergje afgekloven garnalen zitten. De bepaald weldoorvoede Van Commenée
grijnst van oor tot oor. “En dat is niet omdat er een meisje onder tafel zit hoor!” buldert hij – en om dat te bewijzen tilt hij het tafellaken op. Inderdaad: het orale genot is beperkt gebleven tot een portie pittige gamba’s met gebakken rijst en een koel flesje Chablis.
Dries Roelvink en zijn manager, beiden bekend van de ANWB-reclame met de gele zwembroek, maken zich op voor een routineklus. Op de Nieuwjaarsreceptie van Evenementenbureau Henk Geels in Uitgeest, waar de vrouw van Henk Geels onder toeziend oog van Henk Geels de zogeheten Henk Geels Populariteitsprijzen uitreikt, gaat Dries twee liedjes zingen. Een award ontvangen zit er helaas niet in, leert een blik op het
eindklassement. In de categorie ’Zomerhit 2007’ stemden 4160 mensen op Jeroen van der Boom en 1911 op de Gebroeders Ko. Dries eindigde op de derde en laatste plaats, met 533 stemmen. In de categorie ‘Come-back 2007’ was het verschil ook al zo afgetekend: 1. Jeroen van der Boom (3484), 2. Erik Hulzebosch (663) en 3. Dries
Roelvink (429). Hij kan er niet mee zitten, zeker niet waar het die laatste categorie betreft. Want Dries, glanzend als een geroosterde Peking eend, vindt dat hij helemaal nooit is weggeweest – dus er kan ook geen sprake zijn van een come-back. Wél vindt hij het jammer dat hij elders buiten de boot is gevallen. “Telegraaf gelezen?” vraagt hij, terwijl Van
Commenée met een tandenstoker en woeste handgebaren een half ons garnalen tussen zijn kiezen vandaan pulkt. “Wéér geen prijs voor Dries! stond er. Jammer hoor, want ik had écht graag willen winnen.” Voor de duidelijkheid: het gaat hier om de Loden Leeuw voor de Meest Irritante Bekende Nederlander In Een Reclamespot. Het tekent de
eerzucht van de voormalige voetballer dat hij zelfs zó’n prijs had willen bemachtigen. Of de wanhoop natuurlijk. Want Dries wint niet veel. Dries blíjft de net-níet-artiest. Het noodgedwongen afgelasten van zijn prestigieuze Ahoy’-concert is daarvan wel het meest significante voorbeeld. Dat Van Commenée, die het in zijn eigen schrijfsels altijd
over ‘Ahoi’ heeft, de posters van dat gecancelde optreden voor een leuk prijsje op Marktplaats.nl heeft gezet, doet aan het katerige gevoel niets af.
Het moet gezegd dat er van teleurstelling die avond in Uitgeest helemaal niets is te merken. Dries lacht, zingt en poseert met de uitstraling van een winnaar – en dat dwingt respect af. Dat laatste geldt ook voor Van Commenée, die zich een innemend persoon toont. Wat heet: de man giet bier naar binnen in een tempo dat doet vermoeden dat er een drooglegging ophanden is. Als hij ‘s nachts om vier uur voor zijn woning uit de auto rolt, is het klotsen bijna te horen. Dries, in de richting van de
waggelende manager: “Toen we laatst bij Café Bolle Jan weggingen, heeft ie een hele tijd naar z’n jas lopen zoeken. Waar is m’n jas, heeft iemand m’n jas gezien? Had ie ‘m gewoon áán.”
Drie dagen later, op de dertiende verdieping van een flat aan de hoofdstedelijke Sloterplas. “Bier?” schatert Van Commenée, terwijl hij naar zijn thuistap met Ajax-embleem sloft. Het wordt voorlopig even koffie. Op de houten salontafel in Van Commenées woonkamer liggen twee pakjes tandenstokers. Aan de binnenkant van de wc-deur hangt een verjaardagskalender van Peter Verstappen, een tweederangs Rien Poortvliet. Bij 1 januari prijkt prominent de naam Dries Roelvink. “Twee optredens
vanavond,” mompelt Van Commenée, bladerend in zijn agenda. “Een standaardgebeuren in Nieuwkuijk en een privé-optreden voor de schoonmoeder van Jan Smit. Die draait namelijk geen plaatjes van hem, maar van Dries, haha.”
Een jaar of vier behartigt Van Commenée nu de zakelijke belangen van Dries Roelvink. “Ik kom oorspronkelijk uit het Veronica-nest,” vertelt hij, een poging wagend de kopen en knoopsgaten van zijn colbert nader tot elkaar te brengen. “Ik was discjockey en deed het programma ‘Welkom op 538’. Tot ik een weekendje ging stappen met Hannie, van de Rekels. Dat werd zó gezellig, dat ik een dag te laat kwam voor de
opnamen. Toen gaf ome Bull (Verweij – M.B.) me de zak. Terecht natuurlijk. Maar dat weekendje met Hannie was feest hoor, met alles erop en eraan. Alles? Ja, álles, hahaha!” Na zijn loopbaan als deejay, die driekwart jaar had geduurd, dook Van Commenée op bij de NCRV-radio, waar hij ‘klassieke programma’s met een religieuze ondertoon’ ging
verzorgen. Plots geaffecteerd pratend: “Ik regisseerde de Alledagskerk in het kerkgebouw van de Engels Hervormde Gemeente op het Begijnhof.” Op normale toon: “Maar ik kwam in de knoei met mijn andere werkzaamheden. Ik had in die tijd een groothandel in levensmiddelen. Die runde ik samen met Menno Buch, een
gabbertje van me. FreeFood Nederland heette dat bedrijf. Zijn we op een gegeven moment mee gestopt. Toen is Menno de 06-lijnen ingedoken en ik de verpakkingsmaterialen. Later heb ik nog in de redactie gezeten van Sex voor de Buch. Moest ik items lospeuteren en daar de juiste mensen bij creëren. Of het dan allemaal nep was? Nou, eh...
hahahahaha! Kijk, we hadden wel steeds voldoende mensen, maar niet voldoende interessánte mensen. Hele volksstammen wilden dat we ze thuis kwamen filmen terwijl ze met elkaar bezig waren. Ja, aju paraplu! Het moest natuurlijk wel een beetje apart zijn. Dus verzonnen wij items en ja, daar moest je dus weleens iemand bij zoeken. We
hebben een keer een dame, die wel geïnteresseerd was in het SM-gebeuren, vastgebonden in een geparkeerde auto. Ben ik de politie gaan bellen, haha. Kijk, dat is leuke televisie. Maar vaak was het ook ronduit vulgair. Beestenseks op de boerderij. Moest je weer een boer zo gek zien te krijgen. Boze reacties vaak. Op míen boerderij? Ik zal je kóp
eraf hakk’n! Nee, dat was niks. Weet je, ik vind het zelf ook best leuk om van de zomer een wip te maken in de duinen, maar die echte smerigheid, dat hoeft voor mij niet.”
Van Commenée had in die tijd ook ‘een adviesbureautje’. “Ik gaf algemeen advies. En voor specifieke problemen schakelde ik gabbertjes in. Maar ja, je zat dag en nacht in de ellende van anderen. En toen belde Dries ineens. Die had op dat moment een verzoekplatenprogramma op Radio AstroLight. Zijn moppentapper ging emigreren, of ik het wilde overnemen. Ik zeg: ‘Ik kan amper m’n eigen naam onthouden, laat staan een mop!’ Maar een gesproken column, dat wilde ik wél. In die tijd ben ik
een paar keer met Dries meegeweest naar optredens. Zag ik allemaal dingetjes die niet goed geregeld waren. Een ongeorganiseerd zooitje was het. Dus toen ben ik me er een beetje mee gaan bemoeien. Sindsdien is Dries van nog geen 70 boekingen per jaar naar 240 gegaan en is zijn gage verviervoudigd. Zijn naamsbekendheid was toen 43% en is
nu 99%.” Of die percentages door een gabbertje zijn berekend, is niet bekend.
De samenwerking tussen Dries en Dré, de Kuifje en kapitein Haddock van de vaderlandse showbizz, begon zo rond die legendarische jubileumshow in De Meervaart, op 29 maart 2004. Daar ging het een en ander mis, om het maar even eufemistisch uit te drukken. Het geluid haperde, gastzanger Wolter Kroes zegde af en de genodigden werden eerst een halfuur vergast op dia’s van sponsors, waarbij een daverend lachsalvo klonk toen op het witte doek de naam van een fabrikant van erectiepillen verscheen. Van Commenée: “Libidfit, ik weet het nog
precies. En het werkte hoor, dat spul! Ik kreeg er in elk geval een aardig knaapje van, kon er zo m’n jas aan ophangen! Goed, ik heb die avond een kleine rekenfout gemaakt en ben er 33 rooitjes bij ingeschoten, maar van díe sponsor heb ik een hoop plezier gehad, hahaha!”
“Táááánze mit mííííír in den Móóóóóórgen!” galmt het door de Hyundai Santa Fe van Dries Roelvink, als dat slagschip rond negen uur de A2 op stoomt. De vertolker van deze en andere Schlagers is Gunther, de Duits sprekende chauffeur van Dries. Gunther, die volgens Van Commenée ooit een ‘handeltje in automaterialen’ had dat ‘naar de
kloten’ is gegaan, rijdt de geblondeerde artiest sinds enige tijd naar zijn optredens. Van Commenée: “Ik ben zelf m’n rijbewijs al jaren kwijt en Dries moet ook oppassen.” Dries, achterin gezeten, knikt. “Klote alleen dat onze TomTom stuk is.” Gunther, inhakend: “Jáááá... ik misch die geile schtem... ‘Rrrrrechtsch aanhouden... Volgende
afschlag linksch... Kopje bij de kittelaar houden...’” Van Commenée, onderuitgezakt: “Geef ‘ns gas, je rijdt 90.”
Bij de afslag Nieuwegein krijgt de manager (“Ik ben nog niet echt in de stemming, want er zit nog geen drank in. Nou ja, een half flesje rosé...”) trek in een bal gehakt. Bij een tankstation vist hij die met een tang uit een pan met jus. Voorzichtig, als een verloskundige die een boreling ter wereld brengt. Terwijl hij de zompige traktatie tussen zijn malende kaken vermorzelt, scant Dries de weekbladen. Hij staat er niet in. “Iemand interesse in een tandenstoker?” vraagt Van Commenée, als het gehakt in de rosé is geplonsd. “Nee? Zo’n ding dan?” Hij gooit een condoom
op tafel. Zijwaarts sissend: “Bij Gunther past die niet. Echt, die héb me een ding hangen, dat lijkt wel een lasso!”
Nieuwkuijk, een uur later. “Goedenavond, U spreekt met André van Commenée, de manager van Dries Roelvink. Wij zouden vanavond optreden in De Ster, maar onze TomTom is kapot, dus we zoeken de zaal eigenlijk. We staan nu – eens even kijken – bij de C1000. Hoe moeten we dan... Wat zegt u? Neemt u me niet kwalijk.” De telefoon dichtklikkend: “Die vent werkt er al vijf jaar niet meer.”
Omdat Nieuwkuijk geen New York is en verdwalen dus geen optie, kan Dries op het afgesproken tijdstip in de geïmproviseerde kleedkamer van De Ster in een roze overhemd schieten. Dries, die nooit een onderbroek draagt, biedt de omstanders daarbij een niet te missen uitzicht op zijn spiegelglad geschoren geslacht. “Alles ziet er anders uit, als de zon schijnt!” zingt hij enige minuten later. Ook zijn recente hitje ‘Ik ben de man / uit jouw doktersroman’ komt voorbij, waarbij hij zich in de strofe
“...die jou vannacht nog heeft meegenomen!” spontaan vergist. Dries, schmierend: “...die jou van achteren heeft geno... oh nee, sorry!” Van Commenée, met een beker bier achter de mengtafel, schatert het uit.
Binnen een uur na aankomst in Nieuwkuijk jakkert het gezelschap alweer richting Hilversum, waar Jan Smit een verjaarspartijtje heeft georganiseerd voor Richarda, de 55-jarige moeder van zijn vriendin Yolanthe Cabau van Kasbergen. Eigenlijk had Dries daar uit een taart moeten springen, maar die plannen zijn op het laatste moment bijgesteld. Ach, dat gebeurt wel vaker in de loopbaan van Dries. Het Ahoy’-concert dat voor
januari stond gepland, moest door het annuleren van drieduizend toegangsbewijzen verplaatst worden naar, zoals het er nu naar uitziet, mei. Van Commenée: “Er komt een actie met een grootgrutter. Kunnen mensen een gratis kar met boodschappen winnen, plús een tegoedbon voor Dries in Ahoy’. Maar ze moeten die bon dan wel binnen 24 uur
activeren, anders zit je misschien nóg met allemaal lege plekken. Hallo Jan, met André! We zijn over vijf minuten bij je. Is er al ‘Lang zal ze leven’ gezongen? Hoe heet ze eigenlijk? Wat zeg je, we moeten de róde ballonnen in de gaten hou... PAS ÓÓÓP!!!” Een net-níet-botsing. Geheel in de stijl van Dries. Van Commenée, zich herpakkend:
“Maak op het einde effe een kringetje om haar heen, Jan. Dan doen we ‘My Way’. Goed idee?”
Vele uren later, na een avond vol bier, polonaise, vrouwen en nog meer bier, rolt de SUV met Dries en consorten nachtelijk Hilversum uit. Het is maar goed dat niemand rookt, want er zitten genoeg alcoholdampen in de bolide voor een steekvlam tot aan Diemen. Van Commenée, brabbelend: “Jan vroeg nog: ‘Wat moet ’t kosten?’ Ik zeg: 2475... Maar dat heb ik niet gedaan hoor. Je maakt ’n prijsje met zo’n jongen. Al had dat achteraf niet gehoeven, want een Jan Smit schrikt niet van die bedragen. Die vangt zelf rustig acht rooitjes voor een halfuur.”
En dan horen we de manager alleen nog maar ronken.
(uit: Panorama, 20 februari 2008)
Reacties