« november 2008 | Hoofdmenu | januari 2009 »
Geplaatst om 12:08 vm | Permanente link | Reacties (0)
Geplaatst om 12:03 vm | Permanente link | Reacties (0) | TrackBack (0)
Schaatsenrijdster Elma de Vries, de nummer 2 van het NK allround in Heerenveen, won gisteravond en passant even de eerste marathon op natuurijs. Bijgaand een foto van dat spektakel, een plaat waarop je op twee manieren kunt reageren. Óf je roept vol enthousiasme: "WAT EEN PRACHTIGE OPENING!", óf je mokt: "WAT EEN KUTSPORT!" In beide gevallen is de reactie tot hetzelfde te herleiden (of ligt dat nou aan mijn geperverteerde geest?)
Geplaatst om 01:19 vm | Permanente link | Reacties (6) | TrackBack (0)
Geplaatst om 11:24 vm | Permanente link | Reacties (0) | TrackBack (0)
Geplaatst om 12:07 vm | Permanente link | Reacties (0) | TrackBack (0)
Geplaatst om 01:43 vm | Permanente link | Reacties (0) | TrackBack (0)
Geplaatst om 12:01 vm | Permanente link | Reacties (1) | TrackBack (0)
Geplaatst om 12:11 vm | Permanente link | Reacties (1) | TrackBack (0)
Begin jaren ’80 van de vorige eeuw was de excentrieke fotograaf Max Natkiel (1942) bijna avond aan avond in het Amsterdamse Paradiso te vinden. Met zijn camera legde hij er de vaste cliëntèle vast: een bonte verzameling punks, skins, krakers, headbangers, rockabillies, dopeheads, junks, rasta’s, hooligans, anarchisten, zwervers en andersoortig onaangepast tuig dat de hoofdstedelijke poptempel en omliggende straten in die dagen onveilig maakte. Uit de brochure: “Natkiels foto’s tonen een cultivering van lelijkheid en chagrijn (veel zwartomrande ogen in bleke gezichten, kapotte kleding, zelfverwaarlozing, goedkoopheid en afkeer van luxe) (...) maar ook van een energieke zelfdoen-mentaliteit, recht voor zijn raap-houding (...) kortom alle facetten die je zou kunnen omschrijven als een punkhouding.” Ruim een kwart eeuw later zijn de foto’s van Natkiel (en de naar aanleiding daarvan door cineast Marc Geerards gemaakte film ‘Paradiso Stills / Paradiso Still Lives’) een feest der herkenning voor eenieder die Paradiso in de periode 1980-1985 als zijn favoriete tent beschouwde. Opvallend: tussen de honderden afbeeldingen van later bekend geworden drop-outs (een Louise Schiffmacher, een Dennis Overweg, een Bob Schreiber) duikt ineens ook een foto van de webmaster op! Gehuld in een Celtic-shirt blikt hij in Natkiels camera – en daarmee in de toekomst.
www.pllls.nl
Geplaatst om 12:05 vm | Permanente link | Reacties (3) | TrackBack (0)
Geplaatst om 11:14 vm | Permanente link | Reacties (7) | TrackBack (0)
Even moet er verwarring zijn. Zien de Palazzo-bezoekers daar nou tóch een vliegende piemel? Die zouden er toch allemaal uitgesneden zijn? Dit omdat tijdens de try-outs, zo lazen we in de krant van wakker Nederland, ‘een groot deel van het publiek’ de voorstelling ‘in aangedane toestand’ had verlaten, vanwege ‘een confronterend show-onderdeel van de Britse Spymonkeys’. Een ooggetuige: “Ze vlogen en dansten naakt over het podium, tweeënhalve minuut lang. En het was niet het aantrekkelijkste naakt. Je zag veel schaamhaar.”
Omdat het management van het prestigieuze variétérestaurant z’n cliëntèle allesbehalve kotsend naar huis wil sturen, is daags voor de feestelijke première van het nieuwe winterprogramma besloten het gewraakte onderdeel te schrappen. En dan zien de zorgvuldig geselecteerde gasten op de openingsavond ineens tóch iets fallisch voorbij komen! Maar nee, dat blijkt bij nader inzien geen piemel, maar het reukorgaan van De Feestneus te zijn...
De Feestneus wordt geplaceerd aan tafel 34 – naast Pammy Boltini, weduwe van de diepbetreurde circuskoning Toni. Pammy, die niet uitgesproken raakt over haar muzikale, 17-jarige zoon die tegenover haar zit (“Hij heeft van de week nog Rita Reys begeleid – nou, dan moet je toch wel wat kunnen!”), heeft alweer jaren een uitzendbureau voor exotische dieren. Wie een slang nodig heeft of een olifant, belt Pammy. “Alleen apen mag ik met de nieuwe regelgeving niet meer verhuren,” vertrouwt ze De Feestneus toe – en die vindt het té flauw om te zeggen dat er toch nog steeds een paar op de Metro-redactie rondlopen.
De Feestneus stort zich op de amuses, waaronder boterzachte plakjes salami en soesjes gevuld met palingmousse en appelgelei, die in de mond ontploffen als waren het ballonnen gevuld met water. Maar dan wel water dat garant staat voor een ongekende smaaksensatie. In elk geval voor De Feestneus: Palazzo’s chef-kok Ron Blaauw heeft twee Michelin-sterren en dat is een niveau waar De Feestneus om budgettaire redenen nooit mee in aanraking komt. Afwisselend wijzend op het Palazzo Orchestra en haar zoon, zegt Pammy Boltini: “Spelen terwijl iedereen er doorheen praat, dat is niets voor hem.” Dat De Feestneus tegelijkertijd trek krijgt in malse kikkerbilletjes, is omdat hij naar de benen van Shersten Finley staart, een Amerikaanse luchtacrobate die in het midden van de circustent spot met de wetten van de zwaartekracht. ‘De vleesgeworden elegantie’ wordt ze in het programmaboekje genoemd.
De Feestneus laat zich de show en de bijpassende wijn, een mondvullende, sappige, fruitige, droge, licht gekruide falanghina bianco, goed smaken en glijdt naadloos in de tweede gang, bestaande uit een tartaar van zalm met krab, limoenmayonaise en kruidensla. Alles – maar dan ook echt álles – wat De Feestneus eet, drinkt, hoort en ziet, verdient het rapportcijfer 10. Qua voedsel is er nog een flan van schol met zacht gegaarde gamba, basilicumketchup, jonge prei en saus anchoïade (De Feestneus noteert vol verbazing: ‘Ik hap in een marsh mallow en er zwemt gebakken schol door mijn mond!’) en een gebraden ossenhaas met gesmoorde witte boontjes, jonge groenten en een coulis van waterkers-zuring en een rode wijnjus (waarbij het vlees zó onbeschoft mals is, dat De Feestneus uit balorigheid met de achterkant van zijn mes snijdt). Als toetje krijgen we een bombe van After Eight met passievrucht en karnemelk-basilicumijs – en voor die laatste creatie verdient Ron Blaauw de Nobelprijs! Tussen het slikken door – kauwen is op dit niveau van ondergeschikt belang – verbaast De Feestneus zich over de wereldacts in de piste: van evenwichtskunstenares Elena Borodina en de acrobates Olena, Oksana en Tatiana tot een zekere Kalki, een Australisch meisje dat hoela-hoepkunsten vertoont die je slechts in tekenfilms verwacht.
“Zo, nu naar Febo!” zegt de zoon van Pammy Boltini, als de laatste klanken van het orkest zijn verstomd. En dat De Feestneus daarom kan grinniken, zal wel iets te maken hebben met het feit dat hij zich ook qua wijnarrangement niet onbetuigd heeft gelaten.
(uit: Metro, 24 oktober 2008)
Geplaatst om 12:09 vm | Permanente link | Reacties (0) | TrackBack (0)
Geplaatst om 07:08 vm | Permanente link | Reacties (0) | TrackBack (0)
Geplaatst om 12:03 vm | Permanente link | Reacties (0) | TrackBack (0)
Zó werd de webmaster afgelopen zaterdag aangetroffen, in de rust van de wedstrijd Liverpool-Hull City (2-2). Bierdrinkend en met een fraai
gestrikte Liverpool-sjaal om zijn nek, terwijl hij zich toch altijd profileert als West Ham-mannetje pur sang. Zijn verweer: "Het was koud en ik had een das nodig en hier verkopen ze alleen Liverpool-spul!" Uiterst zwak, omdat hij al eens eerder is ontmaskerd als schaamteloze opportunist, al ging het toen nog wel een paar stapjes verder (foto rechts).
Geplaatst om 12:05 vm | Permanente link | Reacties (3) | TrackBack (0)
Geplaatst om 09:51 nm | Permanente link | Reacties (1) | TrackBack (0)
Als je nasaal gezien groot geschapen bent, dan heeft dat één groot nadeel: je toucheert meer stank dan een gewoon mens. De Feestneus heeft het in het Comedy Theater in de Nes dan ook verdomd moeilijk, want bij de dvd-presentatie waarvoor hij is uitgenodigd worden oesters geserveerd. Rauwe oesters! En die verspreiden zijns inziens een odeur uit de categorie ‘open riool’. Piepklein voordeel: indommelen is er niet bij! En dat gevaar ligt levensgroot op de loer, want met een ‘Waarom zou ik het eigenlijk kort houden?’ heeft mediafenomeen Wim T. Schippers zich achter de microfoon geplaatst – en hij zal daar bijna EEN UUR oeverloos babbelend blijven staan.
Even de feiten: we zijn bij elkaar om te vieren dat de laatste episoden van ‘Wim T. Schippers’ Televisiepraktijken’ zijn uitgebracht. Nu ook de boxen 7 en 9 er zijn (zelfs een nummering kan bij Wim T. niet normaal) is Schippers’ gehele oeuvre op glimmende bierviltjes verkrijgbaar – en met klassiekers als ‘De Lachende Scheerkwast’, ‘Hoepla’ (met de blote Phil Bloom) en ‘Het Is Weer Zo Laat’ (in de volksmond ‘Waldolala’) hebben we het dan over een substantieel gedeelte van ons culturele erfgoed. Het sluitstuk wordt vanavond gevormd door elf afleveringen van ‘Van Oekel’s Discohoek’ uit de periode 1974-1975. “Hartelijk welkom – en welkom gefeliciteerd!” zou Sjef zelf zeggen. Reeds!
Aanwezig in het Comedy Theater zijn levende legenden als IJf Blokker (voor een hele generatie beter bekend als Barend Servet), Janine van Elzakker (die triomfen vierde als Wilhelmina Kuttje jr.), Rob van Houten (ofwel de mega-morsige patatbakker Boy Bensdorp) en muzikale duizendpoot Clous van Mechelen (alias Jan Vos, de pianostemmer). Dapper trotseren ze de penetrante oesterwalmen, alsook de verbale diarree die T. Schippers van het podium laat glibberen. Journalist Henk van Gelder had in zijn introductie al gezegd: “Je kon thuis wel met je ouders over de oorlog in Vietnam discussiëren, maar niet over het werk van Wim T. Schippers; want je wist niet waar je moest begínnen.” Het feestvarken zelf weet vanavond niet waar hij moet eíndigen: hij reutelt en ratelt maar door en hier en daar zie je inderdaad gasten knikkebollen. Ergens halverwege zijn ellenlange betoog gaat T. Schippers mensen bedanken. De man van het licht wordt uitgebreid in het zonnetje gezet en er zijn (heel veel) lovende woorden voor degene die de decors verzorgde en ‘prachtig getimed een boekenkast kon laten omvallen’. Voor onze jongere lezers: de omvallende boekenkast was een essentieel onderdeel van Van Oekel’s Discohoek. Ook de editor krijgt een aantal pluimen – en de ontwerper van de dvd-hoesjes wordt zo ongeveer zalig verklaard.
En dan zijn er degenen die niet naar het Comedy Theater hebben kunnen komen, om de doodeenvoudige reden dat ze zijn overleden. Wim T. Schippers herdenkt de topacteur Carol van Herwijnen, die een meesterlijke notaris Henk Born neerzette. Wijlen Lex de Regt was fenomenaal als onderwijzer Rein Schaambergen. Ook niet meer onder ons: meestermoppentapper Harry Touw (Fred Haché) en de aimabele Jaap Bar, die ingenieur Evert van der Pik speelde. De naam van Cees Schouwenaar valt, de lampenverkoper van de Vespuccimarkt in Bos en Lommer, die jarenlang gestalte gaf aan de figuur Henk J. Pal (klassieke one-liners: “Leuke lamp overigens” en “Hahahahahaha, ik lach me gek, maar afijn, dat hoort u wel”). De ene dode na de andere wordt in herinnering gebracht – tot T. Schippers overstapt op een ander onderwerp.
En dan wordt De Feestneus boos. Heel erg boos. Want wijlen Dolf Brouwers wordt niet genoemd. Geen enkele keer. Terwijl híj toch Sjef van Oekel was! En ineens schiet De Feestneus te binnen dat het stripboekenconflict tussen Wim T. Schippers en Dolf Brouwers van jaren terug er kennelijk toe heeft geleid dat laatstgenoemde moet worden doodgezwegen. T. Schippers laat zich daarmee heel erg kennen: waarin een groot kunstenaar in menselijk opzicht klein kan zijn. De Feestneus krijgt er een vieze smaak van in z’n bek.
En hij heeft niet eens oesters gegeten.
(uit: Metro, 18 november 2008)
Geplaatst om 08:11 vm | Permanente link | Reacties (0) | TrackBack (0)
Geplaatst om 12:59 vm | Permanente link | Reacties (0) | TrackBack (0)