“Leest u alleen damestasjes?”
“Nee hoor, ook herenbroekzakken.”
Tot zover de eerste kandidaat voor de verkiezing van de merkwaardigste dialoog van 2009. We schrijven zondagmiddag 11 januari. In herstellingsoord Klavervuur te Amersfoort houdt Adrie Beyen (artiestennaam A3) haar jaarlijkse orakeldag, een dag waarop elf alwetenden genegen zijn antwoorden te geven, handvatten te reiken en wegen te wijzen. En dat doen ze op hun sloffen – Klavervuur mag niet met straatschoeisel worden betreden.
Het orakel dat desgewenst een blik werpt op de inhoud van een herenbroekzak, is gerenommeerd damestasjeslezeres Yoeke Nagel (‘25 jaar ervaring in de wereld van cursussen, workshops, trainingen en individuele begeleiding en coaching’). Blijkens haar website houdt ze zich, naast het snuffelen in andermans tasjes, bezig met ‘teksten, training & magie’ en dat zijn voor haar ‘drie poten van dezelfde ketel, de ketel waarin ik mijn bijdrage wil leveren aan een wereld die de mensen knuffelt’. Yoeke, auteur van het boek De magie van het huishouden – Plezierig poetsen en boenen in huis, geest en wereld vindt het ‘heel dapper’ dat ik mijn broekzakken durf te legen waar zij bij staat. Want: “Heren zijn nou eenmaal minder scheutig met het laten zien wat ze bij zich hebben. Dat verwijten wij jullie ook. Wees toch eens open!” En, op een toon die geen tegenspraak duldt: “Leg alles even op dit servetje, niet op de kale tafel. Want als je je tas of zakken leeghaalt, komt er altijd een enorme zwik leefgruis mee.”
Ik doe braaf wat Yoeke zegt en haal alles tevoorschijn wat ik bij me draag. Uit de rechterachterzak komt een flinke bos sleutels. In de linkerachterzak zitten mijn telefoon en een eetbon van Indonesisch restaurant Yogya te Amsterdam. Linksvoor bivakkeren een treinkaartje, een bonnetje van de Amersfoortse stationsrestauratie (‘broodje filet americain, kaasbroodje, cappuccino’) en het kapitale bedrag van 2 euro 20. En uit de zak rechtsvoor diep ik nog eens een hoeveelheid munten ter waarde van € 4,65 op. Een tegenvallende oogst, maar dat is natuurlijk omdat ik van tevoren niet wist dat de zakken gelezen zouden gaan worden. Anders had ik er, om het orakel te testen, wel wat spectaculairdere items ingepropt. Een flesopener bij voorbeeld, of een Clown Bassie-sleutelhanger. Of, als voer voor psychologen, een banaan. Maar nee, Yoeke zal het vandaag moeten doen met een sleutelbos, een mobieltje, twee eetbonnetjes en wat kleingeld. Geen probleem, voor iemand die van associatief denken haar beroep heeft gemaakt. Yoeke: “Een sleutel staat voor een voordeur, je eigen voordeur. Véél sleutels staan voor véél voordeuren. Iemand geeft jou toegang tot zijn of haar huis. Dat staat voor vertrouwen. Veel mensen schenken jou hun vertrouwen. Als je altijd heel onbeschoft bent tegen iedereen, zul je ook niet veel sleutels op zak hebben. En waarom heb je je geld over twee verschillende zakken verdeeld? Ben je bang om alles in één keer kwijt te raken? Of streef je naar balans in je leven? En die rekening van dat restaurant, waarom bewaar je die? Is het een herinnering aan een mooie avond?”
Met het schaamrood op de kaken beken ik dat het een kwitantie zonder datum is en dat ik die declaratie-technisch gesproken nog weleens kan inzetten bij een volgende reportage. “Een sjoemelbonnetje dus!” spreekt Yoeke streng. En dat zat in dezelfde broekzak als je mobiele telefoon. Nou, het is wel duidelijk welke symboliek daar achter steekt. Je praat veel met collega’s over dit soort bonnetjes. En praten doe je over de telefoon.”
Ja, zo lust ik er nog wel een! Had ik toch die banaan maar gehad.
“Je draagt opvallend weinig bij je,” orakelt Yoeke onverstoorbaar verder. “Je hebt zeker volle jaszakken.” Ik begrijp dat ontkennen zinloos is. Yoeke: “Zie je wel: het typische eekhoorntjesgedrag van mannen! Overal maar van alles verstoppen. Mannen willen ook altijd hun handen vrij hebben. Dat is mannen eigen, dat staat voor aanpakken! Behalve een korte periode in de jaren ’70. Toen gingen ze ineens polstasjes dragen. Niet geheel toevallig was dat ook de periode waarin ze hun vrouwelijke kant mochten tonen.” Yoeke is nu niet meer te houden. “Bij mannen alleen zie je vaak dat ze een linnen zakdoek bij zich dragen. Maar zodra ze een partner hebben, is dat over. Dan heeft de vrouw voor hem een pakje papieren zakdoekjes bij zich. Zij ontfermt zich dan over zíjn emoties.”
Ik knik en prop alles terug. Yoeke vouwt het servetje met levensgruis dicht en gooit het weg. Tijd voor een kopje rooibosthee.
De orakeldag is een kleinschalig gebeuren, wat inhoudt dat er in de garderobe van Klavervuur zo’n zestig schoenen komen te liggen. In een bescheiden zaaltje van het complex zijn vijf kraampjes opgebouwd, van waarachter evenzoveel orakels hun wijsheden debiteren. Ook zijn er vraagbaken die het zonder doen: Dorine Haveman van het bloemlezen zit gewoon op de grond en Gerwine Wuring heeft voor haar natuurspiegelingwandeling wat meer ruimte nodig.
In de categorie ‘Nomen est omen’ noteer ik de workshop ‘Je krachtdier ontmoeten’ die wordt gegeven door Linda Wormhoudt, alvorens ik aanschuif bij Merlin Sythove van het collectief Silvercircle. Merlin stelt zichzelf voor als ‘heks’ – en met mijn kennis van het oeuvre van Walt Disney ben ik geneigd daar vraagtekens bij te zetten. Maar nee, bezweert hij me, in de wereld van wicca kan een heks net zo goed een man zijn. Om de puristen onder ons tegemoet te komen, heeft hij wel een paardenstaart gekweekt.
Merlin is naar de orakeldag gekomen om tarotkaarten te lezen. “Het liefst heidenenkaarten, want daar heb ik zelf het meeste mee, als heks zijnde.” Het is de bedoeling dat ik een persoonlijke vraag opwerp, waarna Merlin me ‘een spiegel teruggeeft’. Op commando een originele persoonlijke vraag verzinnen, en dat ook nog binnen een paar tellen... Ik kan niet heksen – ik niet - dus kom niet verder dan ‘Welke kant zou ik op kunnen, beroepsmatig?’ Vervolgens gris ik tien fraaie, door Robin Wood geïllustreerde tarotkaarten van de stapel. Merlin legt er een Keltisch kruis van, waarbij de Keizerin bovenop de Koning van Staven komt te liggen. Maar dit is niet wat u denkt!
“Het pad waar je nu op bezig bent, komt niet overeen met wat je bedoeld hebt in dit leven,” zegt de heks emotieloos. “Je zit op een zijspoor. De kaarten zeggen: ga daar eens een avond over nadenken.” Ik heb een kaart getrokken van drie jongedames met een kroes wijn – en niet geheel toevallig blijkt die ‘geluk en vreugde’ te symboliseren. Waarbij het ronduit jammer is dat het hier gaat om een situatie ‘uit het verleden’. Het heden wordt gevisualiseerd door twee zwaarden die in een inktzwarte nacht het maanlicht reflecteren. “Dat staat voor twijfel,” weet Merlin. Ernstiger is de afbeelding van een zo te zien ontzield lichaam in een grote plas bloed. Uit het lijk steken niet minder dan tien steekwapens. Merlin: “Elk van die zwaarden staat voor jouw pen, die veel kapot kan maken. En voor jouw vrees om aan lager wal te raken, of om niet meer met schrijven je brood te kunnen verdienen.” Ik voel in m’n achterzak of het sjoemelbonnetje er nog zit. “Je zelfbeeld is niet zo zonnig, daar moet je aan werken! Luister naar wat de Keizerin, je hogere zelf, je te vertellen heeft. Kom na wat je beloofde toen je reïncarneerde!”
Later, beste kaartlegger. Eerst beloof ik mezelf een tweede kopje rooibosthee.
Schuin tegenover meneer de heks heeft Yvon van der Meer haar mobiele aura-chakrafotoshop. Na keurig drie kwartier op mijn beurt te hebben gewacht – de aura-chakra-analyse is een van de populairste onderdelen van de orakeldag – krijg ik Yvons camera op me gericht. Vanwege een plots de kop opstekende technische storing lukt het haar niet om mijn aura te fotograferen, maar mijn chakra’s staan er mooi op. Zeven vrolijke kleurtjes onder elkaar, als in zo’n populaire ijslolly. Uit de opeenhoping van, zoals Yvon het zelf verwoordt, ‘bollen, kleurvlakken, opwolkingen en bliksemflitsen’ distilleert het kostbare apparaat mijn unieke chakra-rapport. Want dat we niet denken dat die dingen voor iedereen hetzelfde zijn! Yvon: “Een psychiater heeft heel andere kleuren dan een bouwvakker.” Dat die laatste vooral rood zal zijn, lijkt me een te makkelijk grapje. “Als er een lage en een hoge trilling bij elkaar komen, wordt er een derde energie geboren,” noteer ik braaf, zonder de strekking van die mededeling daadwerkelijk te doorgronden. Hoewel de aurafoto is mislukt, heeft Yvons printer wel een lijvig aurarapport uitgespuwd. Daaruit blijkt dat ik ‘zorgzaam, gevoelig, liefdevol, behulpzaam, intuïtief en loyaal’ ben. “Je bent een genezer,” zegt Yvon. En, allemaal voor dezelfde entreeprijs van 15 euro: “Je wilt op jouw manier je steentje bijdragen aan het hele grote geheel, je eigen zandkorreltje in de woestijn zijn. Dát is jouw innerlijke verlangen. Je gebruikt je intuïtie als methodiek in het leven. Je bent nieuwsgierig, wilt jezelf ontwikkelen op spiritueel gebied.” En dan wordt het minder gezellig. “Je basis-chakra draait te snel. Je hebt weinig vitaliteit over. Heb je misschien al stiekem de Elfstedentocht gereden?” Mijn tegenwerping dat ik niet kan schaatsen wordt door Yvon rücksichtlos terzijde geschoven. In plaats daarvan laat ze grof geschut aanrukken. “Er gaat veel energie verloren in het onderbuikgebied. Ik zie een stukje onrust in je voortplantingsorganen!”
Daar kan ik wat leuks op antwoorden, maar daar is het de dag niet naar. Het gezelschap ook niet, trouwens. Thee slobberende vrouwen op sokken en pantoffels, dat heeft op een intuïtieve gevoelsman toch het effect van een badkuip vol ijsklontjes. Een Quantum-Touch lijkt me onder deze omstandigheden dan nog de beste optie. Met Quantum-Touch – een term die door een slimme Amerikaan is gepatenteerd en waar je dus eigenlijk zo’n klein rondje met een R achter moet denken – is een aanrakingstherapie die volgens de folder werkt bij scoliose, migraine, rugklachten, spijsverteringsklachten, trauma’s, ADHD en RSI. In de kleine lettertjes: ‘Het is uiteraard niet gegarandeerd dat het voor iedereen werkt en niet bedoeld als vervanging van reguliere medische interventie.’ Bij Quantum-Touch® is ‘trillen’ het toverwoord. Of, zoals goeroe Richard Gordon het tracht te verduidelijken: “Wanneer twee dingen op verschillende frequenties trillen, is er een tendens voor de trillingen om samen te komen, zich af te stellen op elkaar. Over het algemeen zal de langzamere trilling toenemen om zich aan de snellere frequentie aan te passen. Er zijn vele soorten voorbeelden van afstellen: elektrische oscillatoren die op verschillende frequentie trillen, zullen zich na verloop van tijd aan elkaar aanpassen; dierlijke harten zullen wanneer ze bij elkaar geplaatst worden en levend gehouden worden in een laboratoruim in hetzelfde ritme slaan. En wanneer vrouwen een slaapzaal delen, zullen ze binnen een paar maanden allen tegelijk menstrueren.”
Met die geruststellende gedachte vlij ik me bij allergietherapeut Cynthia Hilkman-Fekkes op de massagetafel. “Door middel van visualisatie ga ik naar een hogere trilling en die geef ik door,” zegt ze geruststellend, waarna ze één hand onder mijn nek en één hand op mijn voorhoofd plaatst. En verdomd, al na een paar minuten voel ik daadwerkelijk een trilling. Een sterk, ritmisch vibreren ter hoogte van mijn linkerbroekzak.
Ik lig op m’n telefoon.
(uit: HP/De Tijd, 23 januari 2009)